donderdag 22 februari 2018

Politiek

Hoewel ik niet zo politiek-geïnteresseerd ben komt er af en toe een nieuwsbericht uit de vaderlandse politiek voorbij waarvan ik denk: daar moet iets over gezegd. Vandaag twee van zulke gevallen: "Tweede Kamer erkent Armeense genocide" en "Tweede Kamer stemt referendum weg".

Het eerste lijkt het grote nieuws, omdat het over het buitenland gaat; de nieuwswaarde van een gebeurtenis is bij de krant immers omgekeerd evenredig aan de afstand, dus nieuws uit het buitenland dat de krant haalt is bijna altijd groter nieuws dan binnenlands en zeker dan regionaal nieuws. En inderdaad heeft dit nieuwsgeval gevolgen voor de politieke verhouding met Turkije. Maar hoe belangrijk is dat? En bovendien: is het niet bespottelijk dat er zo lang wordt gedimdamd over er erkenning van iets dat in feite al tientallen jaren duidelijk was? Honderdduizenden Armeniërs werden vermoord door het Ottomaanse Rijk (wat iets anders is dan Turkije, Erdogan). Zoiets heet genocide, volkerenmoord. Zeg waar het op staat en betoon meeleven met (de nakomelingen van) de overlevenden.

Het tweede bericht lijkt onbeduidend. Immers, het raadplegend referendum is maar één keer gebruikt, toen in 2016 met het Oekraïeneverdrag. De regering heeft daar niet veel mee gedaan. En misschien was een zo ingewikkelde kwestie ook niet de handigste om een referendum voor uit te schrijven. Maar om dat ding dan maar af te schaffen, dat geeft een verkeerd signaal af: de mening van het volk doet er niet zoveel toe; de volksvertegenwoordigers vertegenwoordigen (de naam zegt het al) het volk, en daar moet je het maar mee doen.
Daar is een kanttekening bij te plaatsen. In Nederland bestaat het stelsel van evenredige vertegenwoordiging; daar mogen we blij mee zijn, want in stelsels als het Engelse hebben alleen de grote partijen een kans. En we hebben vele partijen. Ondanks dat dat vaak onhandig is voor kabinetsformatie mogen we ook daar blij mee zijn, want met een twee-partijenstelsel als in de VS is stemmen voor de meeste burgers in feite niet zinvol, omdat er geen partij is die ook maar in de buurt van je eigen standpunt komt, tenzij je door het jarenlange bestaan van slechts twee partijen (kleintjes die geen kans maken buiten beschouwing gelaten) zodanig gehersenspoeld ben dat je in één van die twee richtingen gestuurd ben en niet beter weet.
Bij ons zijn we dus een stuk beter af, maar toch vormt, denk ik, het parlement geen afspiegeling van de bevolking. In de Kamers zitten namelijk mensen die a) hoger opgeleid zijn dan gemiddeld en b) politiek geïnteresseerd zijn (plus misschien nog een paar verschillen). Dat is niet erg omdat je voor de regering van het land eigenlijk alleen maar zulke mensen kun gebruiken, maar dat zou niet het enige moeten zijn. Daarom is een raadplegend referendum een nuttig middel om ook de rest van het volk te raadplegen. En getuigt het van elitariteit (en bij D66 van het gebruikelijke weerhaangedrag) die mogelijkheid af te schaffen. Onverstandig.
(Maar tja, ik ben niet voldoende politiek geïnteresseerd om me verkiesbaar te stellen met het doel dergelijke misvattingen te bestrijden…)

dinsdag 13 februari 2018

De devaluatie van "zij"

,,We hebben een nieuwe directeur.”
,,O. Hoe heet hij?”
,,Niet “hij”, het is een "zij".”
Geloof jij het? Ik niet. Directeur is een mannenberoep en "directeur" is ook de mannelijke aanduiding van dat beroep; als iemand zich geen "directrice" laat noemen, praat dan ook over 'm als "hij".

“Om transgenders en sommige andere ‘anders geaarden’ tegemoet te komen zijn we op zoek naar sekseneutrale vormen in plaats van "hij" of "zij". Welke mogelijkheden biedt onze taal?”
Op deze vraag heeft het Veluws een antwoord. Ik zal het uutleggen.

“Hie” gebruuk je veur een man, “zie” veur een vrouw. Transgenders kenne we niet. Toch hejje sums van die gevalle, dajje zeit: dit is gien man of vrouw, mar ’t leeft wel. Een koe beveurbeeld. Tegewoordig bin d’r een heêle kwak minse – stadse luu die niks van koên ofwete – die veur een stier "hij" gebruke en veur een koe "zij". Is dat gek, dan? Een koe is toch een vrouwelijk dier? Tuurlijk, da's waor. Mer dat betekent nog nie dat een koe een vrouw is. "Zij" gebruuk je alleên veur echte vrouwe. Alle beeste bin "hie" en zelfs kleine kiender van minder as een jaor oud kujje gerust "hie" hete.
Dus heel simpel: alles wat gien echte vrouw is, is "hie" ("hij"). Of dat noe zo'n v'rgissing van de natuur is, of êên die wel mit een vrouwelijk lief gebore is mer d'reige (of beter: z'neige) gaot gedraogen as een man, of een vrouwelijk dier – in al zukke gevalle kujje gewoôn "hie" ("hij") gebruke.
“Maar dat is vrouwenonderdrukking! ” Zou 't? Denk nao. V'rmoedelijk praot je gewoôn de feministen nao en weet je nie beter of 't heurt zo – "politiek correct" – mer, hejje dan nie deur dat dat feminisme een stompzinnige beweging is? Opkomme veur vrouwe deur ze mannelijke kenmaarke te geve – kleer, waark en noem mar op. Is dat opkomme veur vrouwe? 't Is net zoiets as wilde peerd beschaarme deur ze te temme, of geêle roôzen onder de andacht te brenge deur ze roôd te vaarve.
As die domme feministe d'r zin kriege hou je gien vrouwe meer over en kujje alles "hie" hete. Mer ondertusse wört "zij" steeds meer gebruukt. "Zij" is aan inflatie onderhevig, um 't es op z'n Hollaands te zègge.

Gebruuk je boerev'rstaand. Veur beeste en alle ondudelijke gevalle, ok al he'n ze biologisch geziejn een vrouwelijk lief, gebruuk je gewoôn "hie". "Zie" is een eervolle anduujing waor alleên echte vrouwe recht op he'n. Die bin d'r steeds minder, da's wel jammer.